brandnetel

Foto van Brandnetel genomen in Nepal voor de opening van het Forest And Plate restaurant in Kathmandu. 

ENG: STINGING NETTLE
FR: GRANDE ORTIE
DUITS: GROSSE BRENNESSEL

FAMILIE: BRANDNETELFAMILIE OF URTICACEAE

EETBARE DELEN

Voornamelijk blad, maar ook zaden en wortel

BOTANISCHE BESCHRIJVING

Veel voorkomende plant die groeit op stikstofrijke grond en erg kan woekeren. De brandharen op de stengel en bladeren veroorzaken het typische branderige gevoel bij aanraking, dat veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van mierenzuur en azijnzuur.

Hoe herkennen?

  • Winterharde, overblijvende plant

  • 30-150 cm hoog

  • Stengels zijn onvertakt, rechtopstaand, vierkantig en behaard

  • Bladeren staan kruislings op de stengel en zijn eirond tot langwerpig, hebben een grof gezaagde bladrand en zijn behaard. Ze hebben een duidelijke nervatuur.

  • De brandharen veroorzaken een branderig gevoel bij aanraking (netelroos)

  • Bloemen zijn groen en hangen in trosjes tot 10 cm lang, groeiend vanuit de oksels. De trosjes bestaan uit mannelijke en vrouwelijke bloemen, de plant is namelijk tweehuizig. Ze bloeit van juni tot oktober.

ALGEMENE BESCHRIJVING

De grote brandnetel is waarschijnlijk een van de meest gekende wilde eetbare planten. Je vindt ze terug in gematigde klimaten en grote delen van de wereld. Ik kwam ze tegen in de hoge bergen in Nepal, maar ook in Israël, India en Australië. In Servië worden ze in wel vijftig traditionele gerechten gebruikt en kan je ze zelfs kopen op lokale marktjes.

Bij ons is de plant bijna volledig uit onze cultuur verdwenen, maar stap voor stap vinden mensen hun weg terug naar de natuur en ook de brandnetel wint weer een beetje aan populariteit. Doorheen de geschiedenis is de brandnetel ook bij ons veel gebruikt. Een voorbeeld hiervan is het bekende gerecht Paling in't Groen, afkomstig uit de Schelderegio tussen Dendermonde en Antwerpen. Brandnetel was een essentieel onderdeel van de saus, maar met de jaren is dit ingrediënt helaas uit het recept verdwenen.

In tijden van hongersnood, bijvoorbeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog, grepen mensen ook vaak terug naar brandnetels. Ze zijn makkelijk te vinden en hebben een hoge voedingswaarde. Ze zijn onder andere een bron van proteïnen, vitamine C, de vitamine B-reeks, provitamine A en silicium. Daarnaast waren ook de vezels van de plant interessant om er bijvoorbeeld neteldoeken van te maken.

In Servië Vertelde de bazin van een Vegetarisch/Vegan restaurant me, dat er wel 50 traditionele gerechten zijn met brandnetels, iets wat je snel merkt als je even bij de lokale bevolking in niet stedelijke gebieden blijft hangen. We kochten het er zelfs op de markt in de hoofdstad Belgrado, om dan in haar restaurant te gebruiken.

Geneeskrachtig:

Dat deze plant een geneeskrachtige waarde heeft, mede door de hoeveelheid mineralen die terug te vinden zijn in de plant, is al duizenden jaren geweten. De Romeinen vonden het trouwens ook geestig om deze plant te strelen over de Vulva van de vrouw, omdat de brandharen, die irriterende stoffen bevatten ( Mierenzuur, Histamine, acetylcholine,..) de bloedsomloop stimuleren. Op andere plaatsen van het lichaam wordt het ook gebruikt bij o.a. reuma. Voor de geneeskrachtige waarde van de plant pluk je ze best tijdens de bloei.

IN DE KEUKEN

De jonge blaadjes in het voorjaar zijn het lekkerst. Tijdens de rest van het jaar kan je gebruik maken van de toppen, de vier bovenste blaadjes van de plant.

Als brandnetels in volle zon en op droge grond groeien zijn de bladeren kleiner en eerder hard, vezelig, paars van kleur en onsmakelijk. Je plukt ze dus best wanneer ze in de halfschaduw staan.

De gedroogde of geroosterde zaden, die je oogst in de herfst, geven een nootachtige smaak en de zaden kunnen onder andere verwerkt worden in kruidenkaas.

In de meeste brandnetels vind je nitraat, aanwezig vanwege de stikstofrijke ondergrond waarop de plant groeit. Dat geeft een branderige, scherpe smaak.

Met brandnetels kan je werkelijk alle kanten op. Ze zijn lekker in stoofschotels, soep, kruideninfusies, als gezonde chips in de oven en natuurlijk in een traditionele Paling in’t Groen.

Bronnen

  •  The use of wild plants as food in pre-industrial Sweden, Ingvar Svanberg 

  • Groot handboek geneeskrachtige planten, Geert Verhelst p 563

  • Ray Mears and Gordon Hillman, Wild food p198

  •  Ray Mears and Gordon Hillman, Wild food p197

  •  Principles and practice of phytotherapy, Kerry Bone and Simon Mills, p760

  •  Principles and practice of phytotherapy, Kerry Bone and Simon Mills, p 761

Brandnetel, grote, Urtica dioica

Het wildplukboek

Ben Brumagne was met zijn bedrijf Forest To Plate een van de eerste in de lage landen om wildplukken op de kaart te zetten en verdiepte zich heel grondig in de materie. Hij bundelt in dit boek niet alleen zijn plantenkennis, hij verrijkt het ook met prachtige verhalen en zijn eigen ervaringen.

Een ideaal boek voor wie wel eens wil proberen om uit de natuur te koken, maar ook voor doorwinterde wildplukkers.